15 Quizvragen en antwoorden over de jacht

1. Vraag 1: Wat is de eerste regel van veilige jacht met vuurwapens?
A) Altijd laden voordat je schiet.
B) Nooit de loop op iemand richten.
C) Schieten zonder te mikken.
D) Jagen in het donker.
Antwoord: B
Uitleg: De eerste regel is om de loop nooit op iemand anders te richten, omdat dit ongelukken voorkomt en prioriteit geeft aan veiligheid.

2. Vraag 2: Welke dierensporen horen bij een hert?
A) Klauwen met vier tenen.
B) Hoefafdrukken met twee delen.
C) Vingermarkeringen.
D) Vogelpootafdrukken.
Antwoord: B
Uitleg: Hertensporen tonen hoefafdrukken met twee delen, wat typisch is voor evenhoevigen en helpt bij het identificeren in het veld.

3. Vraag 3: Wanneer mag je in Nederland op wilde eenden jagen?
A) Het hele jaar door.
B) Alleen in de zomer.
C) Tijdens het jachtseizoen, zoals van september tot januari.
D) Enkel ‘s nachts.
Antwoord: C
Uitleg: Jacht op wilde eenden is beperkt tot het officiële seizoen om broedperiodes te respecteren en duurzame populaties te behouden.

4. Vraag 4: Wat is de juiste plaats voor een dodelijke schot op een groot dier zoals een everzwijn?
A) In de poten.
B) In de borstholte, achter de voorpoot.
C) In de kop.
D) In de staart.
Antwoord: B
Uitleg: Schieten in de borstholte richt schade aan vitale organen aan, wat leidt tot een snelle en humane dood, in plaats van onnodig lijden.

5. Vraag 5: Welke camouflagekleur is het meest effectief in een bosrijke omgeving?
A) Fel oranje.
B) Donkergroen en bruin.
C) Wit.
D) Geel.
Antwoord: B
Uitleg: Donkergroen en bruin camouflage helpt jagers op te gaan in de natuur, waardoor dieren minder snel worden afgeschrikt.

6. Vraag 6: Wat is een ethische regel bij jacht?
A) Dieren achtervolgen tot ze uitgeput zijn.
B) Alleen schieten als je een schone, dodelijke kans hebt.
C) Zoveel mogelijk dieren schieten.
D) Vlees verspillen.
Antwoord: B
Uitleg: Ethisch jagen betekent dat je alleen schiet als het dier snel kan worden gedood, om onnodig lijden te vermijden en respect te tonen.

7. Vraag 7: Hoe draagt jacht bij aan natuurbehoud?
A) Door overbevolking van dieren te verminderen.
B) Door bossen te vernietigen.
C) Door alle dieren te verwijderen.
D) Door geen regels te volgen.
Antwoord: A
Uitleg: Gecontroleerde jacht helpt overbevolking te beheersen, wat voedseltekorten en ziektes voorkomt, en ondersteunt gezonde ecosystemen.

8. Vraag 8: Welke jachtlicentie is vereist in Europa voor basisjacht?
A) Een visvergunning.
B) Een jachtdiploma of vergunning.
C) Een rijbewijs.
D) Geen licentie nodig.
Antwoord: B
Uitleg: Een jachtdiploma of vergunning toont kennis van wetten, veiligheid en ethiek, wat wettelijk verplicht is om jachtactiviteiten uit te voeren.

9. Vraag 9: Wat moet je doen bij een noodsituatie tijdens de jacht, zoals een verwonding?
A) De gewonde alleen laten.
B) Eerste hulp verlenen en hulp inroepen.
C) Doorgaan met jagen.
D) Wachten tot het donker is.
Antwoord: B
Uitleg: Eerste hulp verlenen en professionele hulp inroepen is cruciaal om levens te redden en verantwoordelijk te handelen in het veld.

10. Vraag 10: Wat is het verschil tussen een geweer en een shotgun?
A) Een geweer is voor vogels, een shotgun voor zoogdieren.
B) Een geweer heeft een gladde loop, een shotgun een geribbelde.
C) Een geweer heeft een geribbelde loop voor precisie, een shotgun een gladde voor verspreide schoten.
D) Ze zijn identiek.
Antwoord: C
Uitleg: Een geweer met geribbelde loop is ontworpen voor nauwkeurige schoten op afstand, terwijl een shotgun met gladde loop geschikt is voor meerdere projectielen op korte afstand.

11. Vraag 11: Welke teken wijzen op een gewond dier na een schot?
A) Het dier rent snel weg.
B) Bloedsporen of onregelmatige bewegingen.
C) Het dier eet rustig.
D) Geen zichtbare veranderingen.
Antwoord: B
Uitleg: Bloedsporen of onregelmatige bewegingen duiden op een verwonding, wat jagers helpt om het dier humaan af te maken of hulp in te roepen.

12. Vraag 12: Waarom moet een jager fluorescerend oranje dragen?
A) Om beter te camoufleren.
B) Om zichtbaar te zijn voor andere jagers en te voorkomen dat ze per ongeluk op elkaar schieten.
C) Om dieren aan te trekken.
D) Om warmer te blijven.
Antwoord: B
Uitleg: Fluorescerend oranje verhoogt de zichtbaarheid, wat ongelukken vermindert door jagers duidelijk van dieren of andere objecten te onderscheiden.

13. Vraag 13: Wat is de juiste procedure voor het bagging en tagging van geschoten wild?
A) Het dier direct achterlaten.
B) Het dier labelen met datum, locatie en jagergegevens.
C) Het dier verkopen zonder registratie.
D) Het in de rivier gooien.
Antwoord: B
Uitleg: Bagging en tagging zorgt voor naleving van wetten, traceerbaarheid en voorkomt illegale handel, terwijl het respect toont voor het dier.

14. Vraag 14: Wat is een belangrijke vaardigheid bij het trainen van jachthonden?
A) De hond leren agressief te zijn.
B) De hond trainen om geuren te volgen en commando’s op te volgen.
C) De hond vrijlaten zonder controle.
D) De hond gebruiken als lokaas.
Antwoord: B
Uitleg: Trainen op geurvolging en gehoorzaamheid maakt jachthonden effectief en veilig, zonder dat ze dieren onnodig stress bezorgen.

15. Vraag 15: Wat is de mogelijke milieu-impact van overjacht?
A) Het verbetert de biodiversiteit.
B) Het kan leiden tot uitsterven van soorten en onevenwicht in ecosystemen.
C) Het heeft geen effect.
D) Het verhoogt de populatie.
Antwoord: B
Uitleg: Overjacht vermindert populaties, wat kettingreacties veroorzaakt in voedselketens en ecosystemen, waardoor behoudsmaatregelen noodzakelijk zijn.