15 Vragen en antwoorden van milieuchemie quiz

1. Vraag: Wat is de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde in de context van milieuchemie?
A. Verhoogde zonneactiviteit
B. Afname van ozon in de stratosfeer
C. Uitstoot van broeikasgassen zoals CO2
D. Verandering in de aardrotatie
Antwoord: C
Uitleg: Broeikasgassen zoals CO2 houden warmte vast in de atmosfeer, wat leidt tot een toename van de globale temperatuur en klimaatverandering.

2. Vraag: Welke chemische reactie is verantwoordelijk voor de vorming van zure regen?
A. Oxidatie van stikstofoxiden en zwaveldioxide
B. Reductie van ozon in de troposfeer
C. Fotolyse van chloormoleculen
D. Hydrolyse van zware metalen
Antwoord: A
Uitleg: Stikstofoxiden en zwaveldioxide reageren met waterdamp in de atmosfeer om zure verbindingen zoals zwavelzuur en salpeterzuur te vormen, wat resulteert in zure regen.

3. Vraag: Wat is eutrofiëring in aquatische ecosystemen?
A. Een proces van zuurstofverrijking in water
B. Overmatige groei van algen door nutrientenvervuiling
C. Vermindering van organisch materiaal in rivieren
D. Verzuring van oceaanwater door CO2
Antwoord: B
Uitleg: Eutrofiëring treedt op wanneer voedingsstoffen zoals fosfor en stikstof in water terechtkomen, wat leidt tot algenbloei en zuurstoftekort voor andere organismen.

4. Vraag: Welke stof is een veelvoorkomende verontreiniging in grondwater door industriële activiteiten?
A. Zuurstof
B. Chloorfluorkoolstoffen (CFCs)
C. Zware metalen zoals lood
D. Suiker
Antwoord: C
Uitleg: Zware metalen zoals lood kunnen in de bodem en grondwater doordringen via afval en verontreinigen drinkwaterbronnen, wat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.

5. Vraag: Wat is de rol van ozon in de stratosfeer?
A. Het filtert schadelijke UV-straling van de zon
B. Het draagt bij aan de vorming van smog
C. Het veroorzaakt broeikaseffect
D. Het breekt down CO2 af
Antwoord: A
Uitleg: Ozon in de stratosfeer absorbeert ultraviolette straling, wat beschermt tegen schade aan huid en ecosystemen, maar het wordt aangetast door stoffen zoals CFCs.

6. Vraag: Welke proces leidt tot bioaccumulatie van persistente organische verontreinigingen (POPs)?
A. Snel afbraak in de bodem
B. Accumulatie in vetweefsels van organismen
C. Directe afvoer naar de oceaan
D. Verbranding in de atmosfeer
Antwoord: B
Uitleg: POPs hopen zich op in de voedselketen door zich op te bouwen in de vetlagen van dieren, wat concentraties verhoogt bij hogere trofische niveaus en risico’s voor top predators creëert.

7. Vraag: Wat is photochemical smog voornamelijk samengesteld uit?
A. Stofdeeltjes en pollen
B. Ozon, stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen
C. Zuurstof en waterdamp
D. Koolmonoxide en zwavel
Antwoord: B
Uitleg: Photochemical smog ontstaat door reacties tussen stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen onder invloed van zonlicht, wat ozon en andere schadelijke componenten produceert.

8. Vraag: Welke factor draagt het meest bij aan de verzuring van oceaanwater?
A. Overbevissing
B. Opname van CO2 uit de atmosfeer
C. Stikstofdepositie van rivieren
D. Verhoogde zoutgehalte
Antwoord: B
Uitleg: CO2 lost op in oceaanwater en vormt koolzuur, wat de pH verlaagt en de oceanen verzuurd, wat gevolgen heeft voor schelpdieren en het mariene ecosysteem.

9. Vraag: Wat is de primaire bron van polychloorbifenylen (PCBs) in het milieu?
A. Natuurlijke bosbranden
B. Industriële productie en afval
C. Vulkaanuitbarstingen
D. Landbouwbemesting
Antwoord: B
Uitleg: PCBs werden gebruikt in elektrische apparatuur en koelvloeistoffen, en lekken ervan in het milieu veroorzaken persistente verontreiniging in bodem en water.

10. Vraag: Hoe draagt de koolstofcyclus bij aan klimaatverandering?
A. Door snelle afbraak van CO2 in planten
B. Door disbalans met meer uitstoot dan opname
C. Door toename van zuurstof in de atmosfeer
D. Door vermindering van methaan in wetlands
Antwoord: B
Uitleg: Menselijke activiteiten zoals fossiele brandstofverbranding verhogen CO2-uitstoot, wat de koolstofcyclus verstoort en bijdraagt aan het broeikaseffect.

11. Vraag: Welke chemische reactie is betrokken bij de afbraak van ozon door chloormoleculen?
A. Hydrolyse
B. Catalytische destructie
C. Oxidatie met zuurstof
D. Reductie met stikstof
Antwoord: B
Uitleg: Chloormoleculen uit CFCs katalyseren de afbraak van ozonmoleculen in een ketenreactie, wat leidt tot ozonlaagdepletie en verhoogde UV-blootstelling.

12. Vraag: Wat is de impact van zware metalen zoals kwik op aquatische ecosystemen?
A. Ze verbeteren de waterkwaliteit
B. Ze veroorzaken neurotoxische effecten in vissen
C. Ze stimuleren plantengroei
D. Ze neutraliseren zuren
Antwoord: B
Uitleg: Kwik accumuleert in vissen en kan via de voedselketen mensen bereiken, wat leidt tot gezondheidsproblemen zoals schade aan het zenuwstelsel.

13. Vraag: Welke stof is een veelvoorkomende oorzaak van bodemverontreiniging door landbouw?
A. Natuurlijke mineralen
B. Pesticiden en herbiciden
C. Water
D. Lucht
Antwoord: B
Uitleg: Pesticiden dringen door in de bodem en kunnen zich ophopen, wat de bodemvruchtbaarheid vermindert en ecosystemen verstoort.

14. Vraag: Hoe draagt hernieuwbare energie bij aan milieuchemie?
A. Door toename van fossiele brandstofgebruik
B. Door vermindering van uitstoot van broeikasgassen
C. Door meer afvalproductie
D. Door verhoging van ozonvorming
Antwoord: B
Uitleg: Hernieuwbare bronnen zoals zonne- en windenergie produceren minder CO2 en andere verontreinigende stoffen, wat de algehele milieu-impact vermindert.

15. Vraag: Wat is de rol van duurzame chemie in het verminderen van milieuverontreiniging?
A. Het promoot niet-afbreekbare materialen
B. Het ontwerpt processen met minder afval en toxische stoffen
C. Het verhoogt de productie van plastics
D. Het negeert recycling
Antwoord: B
Uitleg: Duurzame chemie richt zich op het ontwikkelen van methoden die grondstoffen efficiënt gebruiken, afval minimaliseren en niet-giftige alternatieven bieden om milieu-impact te beperken.